Het stylen van je interieur is geen nieuw concept: al jaren besteden we aandacht aan onze omgeving, wat deze uitstraalt en wat dat betekent voor de buitenwereld. Net als je kledingkeuze is interieur een persoonlijke kwestie, maar wordt het altijd beïnvloed door externe factoren en stromingen in de (Westerse) cultuur. Maar waar komt dit eigenlijk vandaan, en hoe zagen de woningen er vroeger uit? Tijd voor een geschiedenislesje.
Jaren 20: Art Deco
Wanneer je aan de roaring twenties denkt, denk je aan Art Deco. Het was een tijd van overvloed na de Eerste Wereldoorlog en dat wilde je laten zien ook. Deze stijl past een eeuw later zeer goed in onze jaren twintig, met haar eclectische elementen en luxe uitstraling. De meeste aandacht wordt besteed aan rijke kleuren, spiegels, verschillende printen en een lichtplan met verschillende niveau’s.
Jaren 30/40: Modernisme
Het Modernisme van de jaren 30 en 40 was praktisch en functioneel. Woningen waren strak ontworpen en dat zag je terug in het interieur, met horizontale en verticale lijnen. De muren waren neutraal geverfd in grijstinten en aan het plafond hingen industriële lampen. Het meubilair werd gestroomlijnd neergezet en fleurde het huis op met kleuren zoals rood, blauw, zwart en wit.
Jaren 50: Mid Century Modern
Amerikaanse gezinnen uit de middenklasse hadden een klassiek en modern interieur. Deze interieurstijl is zeer tijdloos door het gebruik van natuurlijke materialen en open ruimtes. Het dagelijks leven was rustiger en eenvoudig, waar de woning zich bij moest kunnen aansluiten. De simpele aankleding werd in balans gehouden door het gebruik van enkele gewaagde kleuren op de muren; je hoeft hier dus niet te voorzichtig mee te zijn! Ook het gebruik van kunst werd uitgebreid, vooral stukken met abstracte vormen versierden de muren.
Het minimalisme van de jaren 60
Minimalisme is helemaal terug van weggeweest, maar in de jaren 60 maakte deze stroming al zijn opmars vanuit de kunstwereld waarna het in huis over werd genomen. Minimalisme focust op functionaliteit en eenvoud. Wederom is het gebruik van natuurlijke materialen geliefd en het gebruik van stukken in je huis die je waarde geven. Pas op met teveel frutsels, die geeft alleen maar onrust. Denk aan strakke lijnen, lichte materialen en prikkelarme kleuren.
Express yourself: de jaren 70
De jaren 70 kenmerkt zich uiteraard door zelfexpressie. Jongeren bevrijdden zichzelf uit het sociale keurslijf van de oudere generatie en maakten gebruik van kleding, verrijkende middelen (ahum) en kunst om zichzelf te ontdekken. Het interieur van de jaren 70 bleef dan ook niet achter en was een soort uitspatting van persoonlijkheid. Het kon niet gekker; alle kleuren waren mogelijk, vormen werden ronder en minder rigide en het huis werd opgevrolijkt door kunst en behang met prachtige patronen om jezelf in te verliezen.
The new modern in de jaren 80
Het ‘nieuwe modern’ van de jaren 80 was hard en fel. Statussymbolen werden niet langer beperkt door kleding en sieraden; ook accessoires, meubels en zelfs keukenapparatuur vertelde iets over jouw plaats in de maatschappij. Ondanks de strakke aankleding was het interieur veel speelser dan de stromingen in de jaren 30 en 40. Een vierkante tafel werd minder gewoontjes door het gebruik van verschillende kleuren stoelen, een bank kon met verschillende kleuren stof bekleed zijn. Zoals je kon lezen in dit artikel zorgen spiegels ervoor dat je woning er visueel groter uitziet, waar veel gebruik van werd gemaakt in de jaren 80.
Het individualisme van de jaren 90
90’s kids opgelet: de interieurstijlen van de jaren 90 waren net zo grillig als de rode loper looks. Het eerste wat waarschijnlijk bij je opkomt is de stoffering: in elke huis waar je binnenkwam lag er wel tapijt. Verf op de muren was achterhaald, behang (en het liefst met verschillende motieven naast elkaar) was hier om te blijven en ‘s zomers bleven je benen plakken aan de leren bank.